• Particuliere beleggers zijn doorgaans sterk geïnteresseerd in de strategieën van succesvolle professionals en de keuzes die topbeleggers maken.
  • Er zijn echter veel meer manieren om strategisch bezig te zijn met beleggen.
  • Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis licht toe hoe beleggers beweeglijkheid op de beurs in hun voordeel kunnen laten werken.

ANALYSE – Het is logisch dat er in beleggingsbladen veel te lezen is over allerlei interessante bedrijven, over de strategieën van succesvolle beleggers en over de aanpassingen in de portefeuilles van bekende beleggers. Maar toch is opvallend hoe weinig er te lezen is over andere belangrijke aspecten bij beleggen, zoals portefeuille-opbouw of hoe geprofiteerd kan worden van beweeglijkheid.

Om te laten zien hoe van beweeglijkheid (ook wel volatiliteit) geprofiteerd kan worden, geef ik een eenvoudig voorbeeld:

Stel je een munt voor (met gelijke kansen) die bij kop 50 procent winst oplevert en bij munt een verlies van 33,33 procent.

Gooi de munt twee keer op met eenmaal kop en eenmaal munt (de volgorde maakt niet uit), dan komt het rendement op exact nul procent uit, ervan uitgaande dat steeds het hele bedrag wordt ingezet.

En uiteraard, wanneer bijvoorbeeld eerst tien keer kop gegooid zou worden en vervolgens tien keer munt dan eveneens komt het rendement in het voorbeeld uit op precies nul procent.

Inzet tussentijds aanpassen: profiteren van beweeglijkheid

Maar 50 is meer dan 33,33 en van dat gegeven is te profiteren. Want stel je een scenario voor waarbij je voor iedere worp zorgt dat de helft van het beschikbare bedrag op een spaarrekening staat. Ga voor het gemak uit van een spaarrekening zonder rente.

Veronderstel wederom dat eerst kop gegooid wordt en vervolgens munt (de volgorde maakt natuurlijk nog steeds niet uit!).

Stel nu dat je 20 euro beschikbaar hebt. De helft ervan (10 euro) zet je in op de munt. Omdat er eerst kop wordt gegooid, groeit het ingezette bedrag na de eerste worp uit tot 15 euro. Met de 10 euro van de spaarrekening erbij heb je nu 25 euro.

Voordat de munt opnieuw wordt opgegooid, voeg je eerst 2,50 toe aan de spaarrekening (hierop staat nu dus 12,50 euro. En tevens zet je 12,50 euro in op de volgende worp. Ditmaal wordt munt gegooid en daardoor verlies je nu 33,33 procent van 12,50 euro, oftewel 4,17 euro. Van de 12,50 euro die je op de munt inzette, is daarmee nog 8,33 euro over.

Die 8,33 euro is samen met de 12,50 euro van de spaarrekening 20,83 euro. En dat is meer dan de 20 euro waarmee je begon. Oftewel: er is bewegelijkheid geoogst...

Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.